Antoine Frédéric Gresnick

Antoine-Frédéric Gresnich
Geboren Luik
Overleden Parijs
Land Vlag van België België
(en) Discogs-profiel
(en) MusicBrainz-profiel
Portaal  Portaalicoon   Muziek

Antoine Frédéric Gresnick (Luik, gedoopt 2 maart 1755 – Parijs, 16 oktober 1799) was een Belgisch componist.[1] Zijn ouders Godefroid Gresnick en Elisabeth Cremers lieten hem in de Sint-Servaaskerk te Luik dopen op genoemde datum.

Hij kreeg zijn eerste muziekopleiding aan de Sint-Lambertuskathedraal in zijn geboortestad, waar hij koorknaap was. Daarna volgde een opleiding aan het Lütticher Collège Darcis te Rome en het Conservatorio della Pietà dei Turchini in Napels bij Nicolo Sala, alwaar hij opleiding kreeg tot cellist en dirigent. Hij vertrok naar Engeland en zag daar een aantal eigen opera’s (Demetrio, Le donna di cattivo umore en Alceste) uitgevoerd worden, maar niet altijd naar ieders genoegdoening. Prins George maakte hem desalniettemin surintendant in de muziek en beschermde hem enigszins. Gresnick vertrok/vluchtte vervolgens naar Frankrijk om er dirigent te worden van de opera in Lyon, alwaar ook opera’s van hem uitgevoerd werden. Eenmaal in Parijs volgden meer uitvoeringen van zijn werken.

Zijn muziek was ook in Nederland bekend; de Franse Opera in Den Haag voerde een aantal opera’s van hem op zoals Les deux statues parlante in 1810 en in de Théâter Français sur l’Erwtenmarkt (Fransche Schouwburg) aan de Amstelstraat werden Les faux mendiants (1811) en Deux Charbonniers (1812) uitgevoerd. Van zijn hand verschenen circa twintig opera’s en enige instrumentale muziek zoals een klavecimbelconcert (1782), een virtuoze symfonie concertante voor klarinet, fagot en orkest (1797, in 2018 zijn daar twee opnamen van bekend) en een Nouvelle romance voor zangstem, piano of harp en viool of fluit. Als componist maakt hij deel uit van de stroming barok in het prinsbisdom Luik.

Bronnen, noten en/of referenties
  • Oxford Music Online, geraadpleegd 16 april 2018, stuk geschreven door Philippe Mercier
  • Henri Viotta, Lexicon der Toonkunst, deel I, 1881 (pagina 626) en Eduard A. Melchior: Woordenboek der toonkunst 1890 (pagina 251), stipten hem aan op met Zijn operás waren destijds in Frankrijk en Engeland zeer geliefd.
  • Geïllustreerd muzieklexicon, onder redactie van Mr. G. Keller en Philip Kruseman, medewerking van Sem Dresden, Wouter Hutschenruijter (1859-1943), Willem Landré, Alexander Voormolen en Henri Zagwijn; uitgegeven in 1932/1949 bij J. Philips Kruseman, Den Haag; pagina 248
  • Biographie Nationale, volume 8, 1884-1885 met dezelfde tekst als François-Joseph Fétis: Biographie universelle des musiciens et bibliographie générale de la musicque (1860-1868)
  • Jozef Robijns, Miep Zijlstra: Algemene muziek encyclopedie, Haarlem: De Haan, 1979-1984, ISBN 978-90-228-4930-9, deel 4, pagina 73
  • Antoine-Frédéric Gresnich op IMSLP

  1. Als sterfdatum wordt opgegeven 24 vendémaire, an 8 in Les spectacles de Paris ou calendrier historique et chronologique, volume 2
Bibliografische informatie