Aprasia striolata
| Aprasia striolata IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2017) | |||||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
 | |||||||||||||||||
| Verspreidingsgebied in het groen. | |||||||||||||||||
| Taxonomische indeling | |||||||||||||||||
| |||||||||||||||||
| Soort | |||||||||||||||||
| Aprasia striolata Lütken, 1863 Originele combinatie Aprasia pulchella var. striolata | |||||||||||||||||
Afbeeldingen op  Wikimedia Commons | |||||||||||||||||
Aprasia striolata op  Wikispecies | |||||||||||||||||
| |||||||||||||||||
Aprasia striolata is een pootloze hagedis uit de familie heuppotigen (Pygopodidae).
Naam en indeling
De eerste beschrijving en de wetenschappelijke naam van dit taxon werden in 1863 gepubliceerd door Christian Frederik Lütken, die het beschouwde als een variëteit van de gestreepte schubpoothagedis (Aprasia pulchella).[2] H.W. Parker behandelt het taxon in 1956 als een aparte soort, zonder te vermelden wie de variëteit tot soort had opgewaardeerd.[3]
Uiterlijke kenmerken
Aprasia striolata lijkt op de in Europa bekendere hazelworm (Anguis fragilis), die ook in Nederland en België voorkomt. De hagedis behoort echter tot de familie van heuppotigen (Pygopodidae).[4] Deze naam is te danken aan het feit dat de positie van de vroegere achterpoten aan de rudimentaire geschubde flapjes valt af te lezen. De soort is verder te herkennen aan de bruine bovenzijde, witte of gele buik en vier tot zes duidelijke donkerbruine tot zwarte flankstrepen, die van de neus tot de staartpunt lopen.[5] De strepen zijn minder duidelijk of afwezig bij de populaties in West-Australië en Kangaroo Island.[6][5] De lengte is maximaal 20 centimeter, het lichaam is erg lang en dun. Verder heeft deze soort een relatief stompe kop en staart, en glanzende schubben. Op de kop zijn enkele donkere strepen aanwezig die doorlopen tot in de nek. De hagedis wordt vaak aangezien voor een slang en onterecht doodgeslagen.
Verspreiding en habitat
De hagedis komt endemisch voor in Australië.[4] De populaties beperken zich tot het extreem zuidwesten van het land in een smalle strook langs de kust van West-Australië en een eveneens relatief smalle strook in het zuiden van de staten Zuid-Australië en Victoria. De habitat bestaat uit zand- of leemgronden. Op het menu staan insecten en andere kleine ongewervelden, maar ook wel kleine hagedissen. Aprasia striolata is een dagactieve soort die zich 's nachts ophoudt onder stenen of bladeren. De soort komt nog algemeen voor, hoewel de grootte van het leefgebied afneemt door met name landbouwactiviteiten.
Beschermingsstatus
Door de internationale natuurbeschermingsorganisatie IUCN is de beschermingsstatus 'veilig' toegewezen (Least Concern of LC).[7]
Bronvermelding
Referenties
- ↑ (en) Aprasia striolata op de IUCN Red List of Threatened Species.
- ↑ Lütken, C.F. (1863). Nogle nye Krybdyr og Padder. Videnskabelige Meddelelser fra den naturhistoriske Forening i Kjöbenhavn ser. 2, 4: 298. Gearchiveerd op 5 april 2017.
- ↑ Parker, H.W. (1956). The lizard genus Aprasia. Bulletin of the British Museum (Natural History). Zoology 3: 363-385. Gearchiveerd op 6 april 2017.
- ↑ a b The Reptile Database - Peter Uetz & Jakob Hallermann, Aprasia striolata. Gearchiveerd op 7 januari 2022. Geraadpleegd op 7 januari 2022. . op 7 januari 2022.
- ↑ a b Cogger, H.G. (2014). Aprasia striolata in: Reptiles and Amfibians of Australia, 7th edition, pp. 385. Gearchiveerd op 7 januari 2022.
- ↑ Kluge, A.G. (1974). A taxonomic revision of the lizard family Pygopodidae. Miscellaneous publications of the Museum of Zoology, University of Michigan 147: 70
- ↑ International Union for Conservation of Nature and Natural Resources - Red List, Aprasia striolata - IUCN Red List. Gearchiveerd op 26 september 2021. Geraadpleegd op 29 december 2021. . op 26 september 2021.
Bronnen
- (en) – Peter Uetz & Jakob Hallermann - The Reptile Database - Aprasia striolata - Website Geconsulteerd 29 december 2021
