De Wijkerslooth

Wapen van het geslacht De Wijkerslooth de Weerdesteijn

De Wijkerslooth (ook: van Wijkerslooth van Grevenmachern, de Wijkerslooth de Rooyesteyn en de Wijkerslooth de Weerdesteyn) is een Nederlands en Belgisch adellijk geslacht.

Geschiedenis

De bewezen stamreeks begint met Willem Petersz Smit die vermeld wordt vanaf 1459 en in 1484 overleed. In de 17e eeuw vestigden zich nakomelingen in Utrecht als brouwer.

In 1786 werd Henricus Jacobus van Wijkerslooth van Weerdesteyn door keizer Jozef II als heerser over de Oostenrijkse Nederlanden verheven in de Zuid-Nederlandse adel en werd hem de titel van baron bij eerstgeboorte verleend. In 1803 werd een broer van de laatste, Cornelis Gerardus Josephus van Wijkerslooth van Grevenmachern, door keizer Frans II verheven tot baron van het Heilige Roomse Rijk. In 1814 en 1816 werden leden van de familie benoemd in ridderschappen. In 1816 werd Franciscus Johannes de Wijkerslooth de Weerdesteyn ingelijfd in de Nederlandse adel en in 1816 werd hem de titel van baron bij eerstgeboorte verleend.

In 1816 werd de titel van baron bij eerstgeboorte verleend aan François Johannes de Wijckerslooth van Roijestein die in 1814 in de Ridderschap benoemd was; zijn nageslacht opteerde na 1830 voor België en maakt sindsdien deel uit van de Belgische adel. Aan hen werd in 1963 in België de titel van baron(es) op allen verleend.

Nederlandse adel

  • Cornelius Gasparus van Wijkerslooth (1713-1761); trouwde in 1748 Maria Joanna Charlotta van Kuykhoven (1727-1800), dochter van Hendrik van Kuykhoven en Arme Marie de Vecquer, vrouwe van Grevenmacher (Luxemburg).
    • Cornelis Gerardus Josephus des H.R.Rijksbaron van Wijkerslooth van Grevenmachern, heer van Grevenmacher, Opper- en Neder-Douven, Weckert, Munsecker en Bocholt (1749-1804), lid van de raad van Amsterdam.
      • Maria Gertruda van Wijkerslooth van Grevenmachern (1775-1832), laatste telg van de tak van Wijkerslooth van Grevenmachern.
      • Jhr. Henricus Theodorus van Wijkerslooth van Grevenmachern (1780-1823), lid raad van Amsterdam.
      • Angelica Louisa van Wijkerslooth van Grevenmachern (1795-1816); trouwde in 1813 met Arnoud Willem van Brienen van de Groote Lindt, heer van de Groote Lindt, Dortsmond, Stad aan het Haringvliet en Wezensteen (1783-1854).
    • Henricus Jacobus (Zuid-Nederlands:) baron de Wijkerslooth (1752-1808), lid Wetgevend Lichaam, wethouder van Haarlem; trouwde in 1785 met Anna Catharina Maria Ram van Schalkwijk, vrouwe van Schalkwijk, Weerdesteyn, Sandelingen, Ouden Rijn en Heycop (1760-1828).

Belgische adel

  • Franciscus Johannes Nicolaas baron de Wijkerslooth de Rooyesteyn (1757-1821), luitenant bij de karabiniers in het Nederlandse leger. Hij werd in 1816, onder het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden, erkend in de erfelijke adel en in 1817 kreeg hij de baronstitel. Hij werd tevens benoemd in de Ridderschap van de provincie Utrecht. Zijn nageslacht opteerde voor de Belgische nationaliteit en behoort sindsdien tot de Belgische adel. Franciscus erfde het huis Royestein.
    • Jacques Louis Joseph Jean baron de Wijkerslooth de Rooyesteyn (1798-1888), onderluitenant der cavalerie in het Nederlandse leger
      • Emile Henri Florent Ghislain baron de Wijkerslooth de Rooyesteyn (1837-1909), luitenant-generaal der cavalerie, vleugeladjudant van koning Leopold II
    • Jhr. Henri Louis Joseph de Wijkerslooth de Rooyesteyn (1805-1864), burgemeester van Péronnes-lez-Binche

Nederlandse adel

  • Nederland's Adelsboek 46 (1953), p. 517-526.
  • Nederland's Adelsboek 78 (1987), p. 404-412.
  • De Nederlandse adel. Besluiten en wapenbeschrijvingen. 's-Gravenhage, 1989, p. 246.
  • C.E.G. ten Houte de Lange en V.A.M. van der Burg, Pauselijk eerbetoon. Een inleiding over Pauselijke onderscheidingen, ridderorden, Pauselijke adel en Nederlanders aan het Pauselijk hof. Hilversum, 2010.
  • Nederland's Adelsboek 98 (2013-2014), p. 248-267.

Belgische adel

  • Généalogie de Wykerslooth, in: Annuaire de la noblesse de Belgique, Brussel, 1869.
  • Paul Janssens en Luc Duerloo, Wapenboek van de Belgische adel van XVe tot XXe eeuw, Deel N-Z, Brussel, 1992, p. 880-881.
  • Oscar Coomans de Brachène, État présent de la noblesse belge, Annuaire 2001, Brussel, 2001, p. 365-371.