Max van de Sandt

Max van de Sandt
Max van de Sandt omstreeks 1911
Max van de Sandt omstreeks 1911
Volledige naam Maximiliaan Hendrikus Maria (Max) van de Sandt
Geboren 18 oktober 1863
Overleden 14 juli 1934
Beroep(en) pianist, pianopedagoog
(en) MusicBrainz-profiel
Portaal  Portaalicoon   Klassieke muziek

Maximiliaan Hendrikus Maria (Max) van de Sandt (Rotterdam, 18 oktober 1863- Keulen, 14 juli 1934) was een Nederlands pianist en Duits muziekpedagoog.

Hij was zoon van winkelier/pianist Cornelis van de Sandt en Petronella Johanna Smidts. Hijzelf trouwde met Adele Plum.

Zijn eerste lessen kreeg hij van zijn vader. Aanvullende lessen volgden bij Theodoor Verhey en Friedrich Gernsheim. In 1879 zat hij al onder leiding van Ferdinand Blumentritt op het podium van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen in Rotterdam voor een uitvoering van het Pianoconcert nr. 2 van Felix Mendelssohn Bartholdy. Hij begon toen aan concertreizen, die hem bijvoorbeeld tot in Keulen bracht, waarbij hij ook Ferdinand Hiller ontmoette. Die concerten in Keulen vielen op bij Franz Liszt die hem onder zijn hoede nam aan het Conservatorium van Keulen als ook in concerten aan het hof van Saksen-Weimar en bij de familie Wagner in Bayreuth. Er volgden meer concert- en kunstreizen. Tussen 1887 en 1894 was hij betrokken bij het Stern'sches Konservatorium in Berlijn. Hij zegde zijn baan op en werd privéleraar in Nederland, Duitsland en Oostenrijk. Zijn roem bracht hem zover dat koningin-moeder Emma van Waldeck-Pyrmont hem op audiëntie vroeg tijdens een haar verblijf in Berlijn. Hij trok in 1896 weer naar het conservatorium in Keulen, waar vanuit hij tien jaar concerten bleef geven. Daarna volgde eenzelfde situatie vanuit Bonn, alhoewel hij Keulen-Lindenthal bleef wonen. Onze Musici en de Letzer-gids benoemden hem tot een van de bekendste pianisten uit hun tijd.

Onder zijn leerlingen bevonden zich Pauline de Haan-Manifarges, Jan van Gilse, Otto Vrieslander en Fritz Brun.

Van de Sandt schreef een aantal werken, meest op gebied van kamermuziek, waaronder een concertétude (opus 16), drie strijkkwartetten, een piano- en een cellosonate en twee pianoconcerten, in de 21e eeuw allemaal vergeten werken.

Bronnen, noten en/of referenties
  • Henri Viotta, Lexicon der Toonkunst, deel III, 1883, pagina 306 (ook vader)
  • Eduard A. Melchior: Woordenboek der toonkunst 1890, pagina 588 (ook vader)
  • Onze Musici 1898 en 1911; Nijgh & Van Ditmar
  • J.H. Letzer: Muzikaal Nederland 1850-1910. Bio-bibliographisch woordenboek van Nederlandsche toonkunstenaars en toonkunstenaressen - Alsmede van schrijvers en schrijfsters op muziek-literarisch gebied, 2. uitgaaf met aanvullingen en verbeteringen. Utrecht: J. L. Beijers, 1913, pagina 152 (ook vader)
  • Geïllustreerd muzieklexicon, onder redactie van Mr. G. Keller en Philip Kruseman, medewerking van Sem Dresden, Wouter Hutschenruijter (1859-1943), Willem Landré, Alexander Voormolen en Henri Zagwijn; uitgegeven in 1932/1949 bij J. Philips Kruseman, Den Haag; pagina 673
  • Jozef Robijns, Miep Zijlstra: Algemene muziek encyclopedie, Haarlem: De Haan, 1979-1984, ISBN 978-90-228-4930-9, deel 9, pagina 38
  • Walther Killy et al: Dictionary of German Biography (2005)