Nanno Jakob Kruizinga

Het door Kruizinga ontworpen complex in de Johannes Kerkhovenpolder, dat aangemerkt is als rijksmonument in het kader van herrezen Nederland

Nanno Jakob Kruizinga (ook Nanno Jacob)[1] (Oostwold, 27 mei 1892 - Rijswijk, 15 april 1964) was een Nederlandse architect.

Leven en Werk

Kruizinga werd in 1892 in Oostwold geboren als zoon van een timmerman en latere architect Jakob Kruizinga en van Bouwina Catharina Smith. Kruizinga werd, evenals zijn vader en zijn oom Geert Kruizinga, architect.[2] In het begin van de jaren twintig van de 20e eeuw was Kruizinga werkzaam als architect bij het ingenieursbureau Bakker & Meyboom te Batavia in Nederlands-Indië.[3] Hij ontwierp er bijvoorbeeld in 1922 het landhuis ‘Gandjoeran’ in Jogjakarta.[4] In de jaren dertig studeerde hij af aan de Technische Hogeschool Delft als bouwkundig ingenieur. In 1938 werd hij toegelaten als lid van de Bond van Nederlandse Architecten. Na de Tweede Wereldoorlog ontwierp hij het monumentale gebouwencomplex in de Johannes Kerkhovenpolder, dat in 2007 werd aangewezen als rijksmonument in het kader van het naoorlogse herrezen Nederland.[5][6] In Ophemert herbouwde hij het tijdens de Tweede Wereldoorlog verwoeste schip van de Sint-Lambertuskerk in een gotiserende stijl.[7] Ook de, eveneens tijdens deze oorlog verwoeste, vroeg-15e-eeuwse Sint-Victorkerk van Wamel werd door hem en zijn collega Korswagen gerestaureerd,[8][9] Korswagen voltooide ook de door Kruizinga begonnen restauratie van de Sint-Victorkerk van Dreumel.[10]

Kruizinga woonde in het Zuid-Hollandse Rijswijk, waar hij in april 1964 op 71-jarige leeftijd overleed.

Bibliografie

  • Kruizinga, N.J. Herrijzing in de Johannes Kerkhovenpolder 1946-1949, uitg. directie van de Johannes Kerkhovenpolder n.v., Amsterdam, 1949
Noten
  1. Hij werd bij zijn geboorte ingeschreven als Nanno Jakob, maar in zijn overlijdensadvertentie werd zijn naam als Nanno Jacob geschreven
  2. Zijn oom was een broer van zijn vader en diens vrouw, zijn tante, Grietje Smith was een zus van zijn moeder
  3. Over zijn ervaringen in deze periode gaf hij lezingen met onder andere als titel de Westersche bouwkunst in Ned. Indie (bronnen: Nieuwe Rotterdamse Courant d.d. 24 november 1926, Leidsche Courant d.d. 24 februari 1939 en Nieuwe Leidsche Courant d.d. 25 februari 1939)
  4. Roosmalen, Pauline K.M. We zullen het ze vertellen - Het vergeten Indische werk van Nederlandse architecten
  5. In dit kader werden 100 monumenten uit de jaren van de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog aangewezen als rijksmonument (bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed).
  6. Lamberts, Bé Boerderijen - categoriaal onderzoek wederopbouw 1940-1965, uitg. in opdracht van het Projectteam Wederopbouw van de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en MonumentenZeist, 2007
  7. Stenvert, Ronald [et al.] Monumenten in Nederland. Gelderland Ophemert (gemeente Neerijnen), uitg. Rijksdienst voor de Monumentenzorg/Waanders Uitgevers, Zeist/Zwolle, 2000
  8. Stenvert, Ronald [et al.] Monumenten in Nederland. Gelderland Wamel (gemeente West Maas & Waal), uitg. Rijksdienst voor de Monumentenzorg/Waanders Uitgevers, Zeist/Zwolle, 2000
  9. Schulte, A.G. Het Land van Maas en Waal, uitg. Staatsuitgeverij/Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Den Haag/Zeist, 1986
  10. Schulte, A.G. Het Land van Maas en Waal, uitg. Staatsuitgeverij/Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Den Haag/Zeist, 1986