Sinofobie
Sinofobie is angst (fobie) of haat tegenover China, Chinezen in binnen- en buitenland en/of de Chinese cultuur. Het tegenovergestelde is sinofilie, een aantrekking of voorliefde voor alles Chinees. De hedendaagse sinofobie kwam in het Westen op in de 19e eeuw.
Etymologie
'Sinofobie' is samengesteld uit het Laatlatijnse Sinae (China) en het Griekse φόβος of phóbos (vrees).
Voorbeelden
Geweld
- Van 9 tot 11 oktober 1740 vermoordden Hollandse kolonisten enkele duizenden mensen van Chinese afkomst in Batavia in Nederlands-Indië. Deze gebeurtenissen noemt men de Chinezenmoord of Bataviase Furie.
- Bij het bloedbad van Nanking tijdens Tweede Chinees-Japanse Oorlog in 1937-1938 werden tot 300.000 Chinezen vermoord door het Japans Keizerlijk Leger. Later in die periode vond ook het bloedbad van Changjiao plaats.
- Tijdens de Maleise furie op 13 mei 1969 werden in Maleisië Chinezen en Indiërs door etnische Maleiers om het leven gebracht.
Politiek
- Van 1882 tot 1943 legde de Amerikaanse Chinese Exclusion Act een verbod op voor Chinezen om te emigreren naar de Verenigde Staten.
- Tijdens de coronapandemie in 2020 noemde de Amerikaanse president Donald Trump het coronavirus SARS-CoV-2, dat de ziekte COVID-19 veroorzaakt, meermaals het "Chinese virus." Hij ontkende echter dat deze term racistisch is.[1][2]
Zie ook
Bronnen, noten en/of referenties
- Dit artikel of een eerdere versie ervan is een (gedeeltelijke) vertaling van het artikel Anti-Chinese sentiment op de Engelstalige Wikipedia, dat onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie de bewerkingsgeschiedenis aldaar.