Willem Hutschenruijter

Willem Hutschenruijter
Willem Hutschenruijter
Volledige naam Johannes Willem Jacob Hutschenruijter
Geboren 22 september 1863
Overleden 3 maart 1950
Land Vlag van Nederland Nederland
Beroep(en) hoornist
Portaal  Portaalicoon   Klassieke muziek

Johannes Willem Jacob Hutschenruijter, bijnaam Hutsch, (Rotterdam, 22 september 1863 – Laren (NH), 3 maart 1950) was een Nederlands musicus.

Hij is zoon van muzikant Willem Jacob Hutschenruijter en Johanna Francisca Maassen. Hij was het tweede kind van dat echtpaar met de naam Johannes Willem Jacob; zijn naamgenoot overleed op tweejarige leeftijd op 3 september 1863. Broer Wouter Hutschenruijter was dirigent. Willem Hutschenruijter trouwde in 1894 met de Duitse harpiste Gertrud Winzer.[1] Het echtpaar speelde een dubieuze rol bij de ruzie tussen het Utrechts Stedelijk Orkest en componist Jan van Gilse.

Hij kreeg zijn muziekopleiding van zijn vader maar werd in eerste instantie alleen maar amateurmuzikant. Hij kreeg wel hoornlessen van Eduard Preuss. Hij nam echter in 1889 als tweede hoornist plaats in het toen net opgerichte Concertgebouworkest van Willem Kes. Hij breidde die functie uit met zakelijk directeur (per 1901 opvolger van Willem Stumpff) en directeuradministratie (per 1903). Hij zorgde ervoor dat de commerciële en artistieke takken van het orkest meer gescheiden werden. In het conflict tussen orkestleden en de grillige dirigent Willem Mengelberg in 1904 koos hij partij voor de orkestleden en vertrok. Hij was ook enige tijd hoornist in het Utrechts Stedelijk Orkest onder dirigent/broer Wouter Hutschenruijter. In de tussentijd bekleedde hij ook een aantal bestuursfuncties. Zo was hij vanaf 1898 tot 1908 adjunct-directeur van de Muziekschool der Toonkunst en Conservatorium, voorzitter van de Amsterdamse Toonkunstenaarsvereniging (1894-1901) en Nederlandse Toonkunstenaarsbond (1904-1909) en redacteur van het muziekblad Toonkunst. Als belangrijk lid van de toonkunstenaarsbond was hij betrokken bij de oprichting van de internationale bond Le confederation internationale des artistes musiciens, waarvoor hij ook toespraken in binnen- en buitenland hield. Hij streed voor vernieuwing binnen het sociale leven in de muziekwereld, onder andere bij zijn brochure Het Beethovenhuis uit 1908, een nimmer opgestart project van hem en Hendrik Petrus Berlage. Hij was redacteur van de uitgaven Muzikale brieven.

Als dank voor zijn werkzaamheden kreeg van een aantal leden van het Concertgebouworkest en het Residentie Orkest een Beethovenets, gemaakt door Antoon Derkinderen, met oorkonde overhandigd.

Bronnen, noten en/of referenties
  • J.H. Letzer: Muzikaal Nederland 1850-1910. Bio-bibliographisch woordenboek van Nederlandsche toonkunstenaars en toonkunstenaressen - Alsmede van schrijvers en schrijfsters op muziek-literarisch gebied, 2. uitgaaf met aanvullingen en verbeteringen. Utrecht: J. L. Beijers, 1913, pagina 80
  • Geïllustreerd muzieklexicon, onder redactie van Mr. G. Keller en Philip Kruseman, medewerking van Sem Dresden, Wouter Hutschenruijter (1859-1943), Willem Landré, Alexander Voormolen en Henri Zagwijn; uitgegeven in 1932/1949 bij J. Philips Kruseman, Den Haag; pagina 299
  • Jozef Robijns, Miep Zijlstra: Algemene muziek encyclopedie, Haarlem: De Haan, 1979-1984, ISBN 978-90-228-4930-9, deel 4, pagina 339
  • Ons Amsterdam, Conflict Concertgebouw 1904

  1. Gertrud Pauline Selma Winzer, dochter van harpist Rudolf Winzer, kwam in 1882 naar Nederland en was harpiste in het orkest van de Duitse Opera, Kurhausorkest Oostende, Paleisorkest, Aquarium-orkest Sint-Petersburg, Concertgebouworkest, Nederlandse Opera, Residentie Orkest en Utrechts Stedelijk Orkest; gaf ook les aan Amsterdams Conservatorium.